Een allergie betekent dat u overgevoelig bent voor een bepaalde lichaamsvreemde stof of bepaalde lichaamsvreemde stoffen. Deze stoffen heten allergenen. Zodra iemand met een allergeen in aanraking komt, ontstaat er dus een allergische reactie als afweerreactie van het lichaam. Deze reactie ontstaat vaak gelijk na het contact met het allergeen, maar klachten kunnen ook uren na het contact pas ontstaan. Dierenallergie wordt veroorzaakt door de huidschilfers van dieren. U kunt allergisch zijn voor bijvoorbeeld honden, katten, hamsters, konijnen, paarden of vogels.
Een dierenallergie is niet erfelijk, maar de aanleg voor een allergie is dat wel. Als er veel allergieën voorkomen in de familie, is het vaak zo dat kinderen ook deze allergieën krijgen. Bij een dermatoloog kan getest worden of u allergisch bent voor een lichaamsvreemde stof.
Vaak ontstaan er gelijk klachten als u in contact komt met de huidschilfers van dieren. U kunt dan klachten krijgen zoals:
- Niezen.
- Jeuk aan de neus en/of ogen.
- Een loopneus.
- Benauwdheid.
- Piepende ademhaling.
- Rode ogen.
- Hoofdpijn.
- Een koortsachtig gevoel.
- Een verstopte neus.
Een aantal adviezen bij een allergische reactie zijn:
- Ga allergenen uit de weg. Als u niet weet waar uw allergische reactie vandaan komt, test dit dan bij een dermatoloog of neem contact op met uw huisarts.
- Als u allergisch bent voor bepaalde dieren, kan het helaas nodig zijn om uw huisdier weg te doen of kunt u helaas geen dieren houden.
- Een behandeling voor een dierenallergie kan bestaan uit oogdruppels, neusspray, antihistaminica en/of immunotherapie. Dit is een behandeling van een aantal jaar waarbij u door injecties of tabletten minder gevoelig wordt gemaakt voor huidschilfers van dieren. Deze behandeling wordt wel alleen gegeven onder bepaalde voorwaarden.
Bel met spoed uw huisarts, de huisartsenpost of 112 als u 1 of meer van deze klachten ervaart:
- Klachten die u herkent, omdat u al eerder een gevaarlijke allergische reactie heeft gehad.
- De lippen, keel of tong worden steeds dikker.
- Opgezwollen lippen, keel of tong in combinatie met:
- Een piepende ademhaling.
- Benauwdheid.
- Versnelde hartslag.
- Duizeligheid of flauwvallen.
- Buikpijn met buikkrampen.
- Overgeven.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start