Kinderen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking, verschillende gezondheidsproblemen en soms problemen met hun gedrag en emoties. Als uw kind het downsyndroom heeft, wordt dat vaak al tijdens de zwangerschap ontdekt. In onze lichaamscellen zitten chromosomen die onze eigenschappen bepalen. Het downsyndroom wordt veroorzaakt door een fout in de chromosomen.
Als de moeder op wat oudere leeftijd zwanger is of als 1 van de ouders een drager is van een foutje in de chromosomen is de kans groter om een kind met het downsyndroom te krijgen.
Kinderen met het downsyndroom hebben vaak last van de volgende klachten:
- Slecht zien.
- Slecht horen.
- Later zindelijk worden.
- Verstopping.
- Huidproblemen.
- Gebitsproblemen.
- Slecht slapen.
- Overgewicht.
- Botontkalking.
- Plasproblemen.
- Geen of weinig vruchtbaarheid.
- Hartafwijkingen.
- Diabetes.
- Leukemie.
- Nierziekten.
- Darmproblemen.
- Schildklierproblemen.
Omdat een kind met het downsyndroom zich langzamer ontwikkelt dan andere kinderen, wordt er gesproken van een verstandelijke beperking. Hierdoor kan uw kind moeite hebben met leren, praten en concentreren. Ook is het mogelijk dat uw kind gedragsproblemen heeft. Hierbij heeft uw kind bijvoorbeeld moeite met veel prikkels of hele heftige emoties.
U kunt uw kind met downsyndroom zo gezond mogelijk laten leven door de volgende adviezen op te volgen:
- Zorg ervoor dat uw kind gezond en gevarieerd eet.
- Laat uw kind genoeg bewegen.
- Doe praatoefeningen. Hierbij kan een logopedist u ook helpen.
- Blijf erop letten of uw kind wel goed hoort, ziet en praat.
- Vraag advies aan een psycholoog of orthopedagoog als u niet weet hoe u moet omgaan met het gedrag van uw kind.
- Vraag aan een ergotherapeut hoe u uw kind kunt helpen bij dagelijkse activiteiten.
Neem met spoed contact op met uw huisarts in de volgende gevallen:
- Uw kind heeft downsyndroom en pijn aan de nek.
- Uw kind heeft downsyndroom en loopt of beweegt anders dan normaal.
- Uw kind heeft downsyndroom en plast of poept (weer) in de broek.
Neem contact op met uw huisarts in de volgende gevallen:
- Uw kind heeft downsyndroom en heeft veel pijn.
- Uw kind heeft downsyndroom en valt vaak.
- Uw kind heeft downsyndroom en beweegt minder.
- Uw kind heeft downsyndroom en wordt opeens veel stiller of drukker.
- Uw kind heeft downsyndroom en vertoont klachten die passen bij slaapapneu.
- Uw kind heeft downsyndroom en slaapt opeens slecht.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start