Hypoglykemie, ook wel hypo genoemd, staat voor een te laag bloedglucosegehalte en komt vooral voor bij mensen met diabetes (type 1 of type 2). Tijdens een hypo is er het volgende aan de hand: zodra u koolhydraten (zetmeel en suikers) binnenkrijgt, zet uw lichaam deze voornamelijk om in glucose wat in het bloed komt. Dat noemen we de bloedglucose of bloedsuiker. De bloedglucosespiegel is een maat voor de hoeveelheid millimol glucose die opgelost is per liter bloed. Als er te weinig bloedglucose in het bloed zit, krijgt u een hypo. Meestal duurt een hypo niet lang. De oorzaak van een hypo kan zijn:
- U eet te laat
- U eet te weinig
- U eet of drinkt te weinig koolhydraten
- Een verkeerd voedingspatroon
- U beweegt meer dan normaal
- Inname van alcoholhoudende dranken
- Ziekte
- Het gebruik van teveel insuline of andere bloedglucose verlagende medicatie
- U heeft extreem overgewicht
- U bent zwanger
Om een volgende hypo te kunnen voorkomen, is het belangrijk om achter de oorzaak van de hypo te komen
De klachten van een hypo verschillen per persoon. Wel zijn er bepaalde signalen, zoals:
- Zweten
- Beven
- Plotse hevige honger en misselijkheid
- Gapen
- Troebel zicht
- Hoofdpijn
- Hartkloppingen
- Wisselend humeur
- Bleekheid
Als de glucosewaarde veel te laag wordt, kan dit zorgen voor epileptische aanvallen, een beroerte en tot flauwvallen. In het ergste geval kan dit leiden tot een coma, hersenschade of overlijden. Bij de hypo krijgen dan ook uw hersencellen een tekort aan glucose en vallen dan uit.
Het is belangrijk dat uw bloedglucosewaarden goed zijn, dan heeft u namelijk minder kans op complicaties en zal u zich fitter voelen. Deze adviezen helpen bij een goede bloedglucosewaarde:
- Gebruik de Schijf van Vijf als een houvast voor een gezonde voeding. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van de Schijf van Vijf kunnen verschillen per mens, als u hierbij hulp nodig heeft, kunt u een diëtist om advies vragen. Een diëtist kan namelijk afstemmen wat u nodig heeft.
- Houd bij hoeveel koolhydraten u binnen krijgt. Dit is zeker effectief als u medicijnen moet slikken voor uw diabetes of als u gebruikmaakt van insuline. Het bijhouden van een eetdagboek kan overzichtelijk zijn om te zien hoeveel koolhydraten u per eetmoment binnenkrijgt. Een diëtist kan hier weer mee helpen en bepaalt de hoeveelheid koolhydraten en stemt daarop uw medicatie af.
- Zorg ervoor dat u de koolhydraten verspreid over de dag binnenkrijgt, zodat het lichaam ze beter kan verwerken. Eet elke dag drie hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en avondeten) en maximaal vier keer een tussendoortje. Zo zorgt u voor een gelijkmatige verdeling van koolhydraten, waardoor minder snel een laag bloedglucosegehalte ontstaat.
- Vermijd wit brood, witte rijst, witte couscous, snoep en frisdrank. Deze producten zijn overbodig en verslechteren alleen maar de gezondheid. Producten waaraan veel suiker is toegevoegd kunnen voor schommelingen in het bloedglucosegehalte zorgen.
- Eet veel vezels uit bijvoorbeeld volkorenproducten, peulvruchten, groenten en fruit. Na het eten van een maaltijd kan het bloedglucose heel snel of langzaam stijgen. Het eten van vezels zorgt ervoor dat het bloedglucosegehalte niet te veel en niet te snel stijgt na de maaltijd.
- Drink geen alcohol, of beperk uw alcoholgebruik naar maximaal één glas alcohol per dag
- Kies ervoor om koolhydraten uit gezonde producten te verkrijgen: volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst, peulvruchten, groenten en fruit. Koolhydraten zijn essentieel voor iedereen en ze zorgen voor energie. Daarnaast zijn ze nodig voor het werken van de hersenen. Ook zorgen ze voor een beschermende functie tegen allerlei ziekten en bevatten ze goede voedingsstoffen.
Laat iemand direct 112 bellen als u bewusteloos raakt tijdens een hypo. Bel met spoed de huisarts, huisartsenpost of vermeld dat iemand anders moet bellen als:
- Uw bloedsuiker lager is dan 3,5. Doe dit ook als u iets met suiker heeft gegeten of gedronken.
- U hoofdpijn krijgt, uw zicht verslechtert en de klachten niet minder worden als u suiker eet
- U moeite heeft met ademhalen
- U een suf gevoel heeft
- U gaat beven, zweten of gapen en de klachten niet minder worden als u suiker eet
- U moe wakker wordt en de klachten niet minder worden als u suiker eet
Overleg met uw huisarts of de huisartsenpost als:
- U een ontsteking heeft, zoals een leverontsteking of blaasontsteking
- Als u ziek bent en een verhoogde temperatuur heeft, braakt of zachte ontlasting heeft
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start