Uw kind kan verziend of bijziend zijn. Bij verziendheid ziet uw kind ver weg meestal goed, maar dingen die dichtbij staan, worden niet scherp waargenomen. Dit kunt u merken aan dat uw kind het lastig vindt om te lezen of dingen verder van zich afhoudt, zodat het beter kan zien. Bijziendheid houdt in dat uw kind van dichtbij goed ziet en dingen in de verte niet scherp kan zien. Dit merkt u aan dat uw kind met de ogen knijpt om dingen in de verte waar te nemen of doordat uw kind u niet ziet als u een stuk van uw kind vandaan staat.
Het kan ook zo zijn dat uw kind scheel ziet of met 1 oog niet scherp ziet. Als uw kind met 1 oog niet scherp kan zien, kan dit een lui oog worden. Het oog wat dan niet scherp kan zien, wordt dan niet gebruikt om te kijken.
Als uw kind minder ziet, heeft het last van de volgende klachten:
- Bijziendheid, dus dingen die ver staan niet goed kunnen zien.
- Verziendheid, dus dingen die dichtbij staan niet goed kunnen zien.
- Knijpen met de ogen.
- Een lui oog.
- Scheelzien.
- Vermoeide, branderige of jeukende ogen.
- Wrijven in de ogen.
Het komt veel voor dat kinderen tot hun 4e levensjaar dichtbij minder scherp zien, omdat de ogen nog moeten groeien. Naar mate het oog groter wordt, zal uw kind ook beter gaan zien. Het is ook mogelijk dat het oog dan te ver doorgroeit en uw kind bijziend wordt. Dit merkt u als uw kind tussen de 6 en 12 jaar oud is. Het oog is pas volledig ontwikkeld als uw kind 21 jaar is.
Als u merkt dat uw kind minder ziet, is het belangrijk om een behandeling te starten. Laat het uw huisarts of kinderarts weten als u merkt dat uw kind slecht ziet of scheel kijkt. Informeer ook als iemand in uw familie scheel kijkt, een lui oog heeft of een sterke bril draagt. Zo nodig wordt uw kind doorgestuurd voor verder onderzoek om te kijken of uw kind minder ziet en een bril nodig heeft.
Een behandeling voor minder zien bij kinderen, kan bestaan uit:
- Een oogtest of oogonderzoek bij een oogarts of orthoptist voor kinderen jonger dan 8 jaar.
- Een oogtest of oogonderzoek bij een opticien in een brillenwinkel voor kinderen van 8 jaar of ouder.
Om te voorkomen dat de bijziendheid van uw kind erger wordt, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
- Zorg ervoor dat uw kind niet te lang naar een beeldscherm of boek kijkt van dichtbij. Hou hierbij aan dat uw kind 20 minuten kijkt en hierna 20 secondes wegkijkt naar iets in de verte.
- Zorg ervoor dat uw kind minimaal 2 uur per dag buiten is.
- Zorg ervoor dat uw kind voorwerpen niet te dicht bij de ogen houdt om het goed te kunnen zien.
Neem contact op met uw kinderarts of huisarts als u denkt dat uw kind minder ziet. Zo nodig wordt u door de arts doorverwezen naar een specialist.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start