Als u te weinig slaapt en/of de slaap die u krijgt niet van goede kwaliteit is, heeft u last van een slaaptekort. Als u last heeft van een slaaptekort wordt u vermoeid wakker en heeft u moeite met functioneren door de dag heen. Tijdens periodes waarin u veel stress of spanning ervaart, slaapt u vaak minder goed. Meestal gaan de klachten dan vanzelf over als u het probleem aanpakt of als de stressvolle periode voorbij is. Als er geen duidelijke oorzaak bekend is voor uw slaapproblemen of de problemen houden langer aan, dan wordt er gesproken over een chronisch slaaptekort. Andere factoren die een slaaptekort kunnen veroorzaken zijn:
- Piekeren. Als uw hoofd heel druk is met bepaalde dingen, komt u niet aan rusten toe en ligt u lang wakker.
- Alcohol en cafeïne. Gebruik van alcohol en cafeïne zorgt voor een minder diepe en onrustige slaap waarin u vaker en sneller wakker wordt.
- Een verstoord bioritme. Als u een onregelmatig slaapschema heeft bijvoorbeeld doordat u soms nachtdiensten draait, kunt u minder goed slapen.
- Stress. In een stressvolle periode maakt uw lichaam meer adrenaline aan, wat u alert en wakker houdt.
- Fysieke klachten. Tijdens een verkoudheid of een zwangerschap slaapt u ook minder goed.
- Medicijnen. Sommige medicijnen hebben een negatieve invloed op uw slaap.
- Eetgewoontes. Als u veel vet en gekruid eten eet, is de kans groter dat u ’s nachts wakker komt te liggen.
- Gebrek aan slaapcomfort. Als u in een te warme, te koude of lawaaierige omgeving slaapt, kan dit uw slaap negatief beïnvloeden.
- Depressie. Bij een depressie heeft u meer kans dat u last krijgt van een slaaptekort. Met een depressie kom je vaak minder goed in slaap en slaapt u slecht door.
Bij een slaaptekort heeft u last van de volgende klachten:
- Hoofdpijn.
- Vermoeidheid.
- Gapen.
- Verminderde concentratie.
- Een suf gevoel.
- Prikkelbaarheid.
- Wallen onder de ogen.
- Lusteloosheid.
- Geheugenproblemen.
- Stemmingswisselingen.
Als u last heeft van een slaaptekort, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
- Breng regelmaat aan in uw slaapschema. Ga iedere dag op hetzelfde tijdstip slapen en sta op hetzelfde tijdstip op.
- Zorg voor een aangename slaapomgeving. Zorg dat het niet te warm, koud of lawaaierig is in de kamer. Ook is het belangrijk om regelmatig de slaapkamer te luchten.
- Gebruik de slaapkamer alleen om te slapen. Als uw lichaam de slaapkamer linkt aan slapen, zal u sneller in slaap vallen.
- Ontspan voordat u gaat slapen. Dit kan door een warm bad te nemen of een boek te lezen voordat u gaat slapen.
- Vermijd blauw licht. Leg uw telefoon weg in de avond zodat uw lichaam niet verstoord raakt.
- Pas uw voeding aan. Vermijd 4 uur voordat u gaat slapen zware maaltijden, voedsel met veel suiker, drinken met veel cafeïne en alcohol.
- Zorg voor comfort. Schaf een goed matras aan die aangepast is op uw lichaam.
Neem contact op met uw huisarts als uw klachten van een slaaptekort lang aanhouden.
Neem contact op met uw huisarts als uw klachten van een slaaptekort worden veroorzaakt door fysieke of mentale klachten, zoals een depressie, angst of slaapapneu. De huisarts kan u in dat geval doorverwijzen naar een specialist.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start