Slecht horen is wanneer u met één of beide oren minder goed hoort. U kunt last hebben van lichte, matige of ernstig slechthorendheid. Zeer ernstige slechthorendheid, zo erg dat u niks meer hoort, wordt ook wel doofheid genoemd. Er zijn twee soorten slechthorendheid; geleidingsstoornissen en perceptief gehoorverlies.
Bij geleidingsstoornissen wordt het geluid niet goed door het gehoorkanaal geleid. Dit kan komen door vocht of een infectie in het oor.
Bij perceptief gehoorverlies is er iets stuk in het binnenoor, ook wel slakkenhuis genoemd. Dit kan komen door zuurstoftekort bij bijvoorbeeld de geboorte, geluidsoverlast, schadelijke stoffen in medicijnen en ouderdom.
Andere oorzaken voor slecht horen zijn:
- Een verstopt oor, door bijvoorbeeld oorsmeer.
- Ontsteking in het oor.
- Scheurtje in het trommelvlies.
- Veel lawaai bij bijvoorbeeld een concert of door oordopjes met muziek.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak meer last van slecht horen.
Als u last heeft van slecht horen, kunt u last hebben van de volgende klachten:
- U kunt moeilijk een gesprek volgen.
- U kunt mensen niet goed verstaan als zij zacht praten of als u in een omgeving bent met veel geluid.
- Harde geluiden zijn vervelend.
- Zachte geluiden hoort u niet.
- U hoort een piep, ruis of brom in u oor. Dit heet oorsuizen.
- U kunt niet goed horen van welke kant het geluid komt.
Door het slecht horen kunt u last krijgen van de volgende klachten:
- Moeheid, omdat luisteren meer moeite kost.
- U hoort niet alles goed, waardoor u dingen verkeerd doet.
Als u slecht hoort, omdat uw oor verstopt is, kunt u dit uit laten spuiten door uw huisarts. Gebruik nooit wattenstaafjes of iets anders om uw oren zelf leeg te maken. Hiermee duwt u het oorsmeer alleen maar dieper in het oor.
Als u door een andere reden slecht horend bent geworden, kunt u de volgende dingen doen:
- Laat uw gehoor opmeten, zodat u een hoortoestel kan krijgen.
- Laat uw omgeving weten dat u slechthorend bent, zodat zij daar rekening mee kunnen houden.
- Zorg dat u extra goed oplet als u in het verkeer bent.
- Praat met uw omgeving over de gevolgen die u heeft doordat u slecht kunt horen.
Om te voorkomen dat u slechthorend wordt of dat het verergerd, kunt u de volgende dingen doen:
- Draag bij concerten speciale oordopjes tegen het lawaai.
- Als u muziek luistert via oordopjes, zet de muziek dan niet te hard.
Bel gelijk de huisarts of huisartsenpost als u met één oor ineens niets of bijna niets meer hoort.
Bel uw huisarts of een hoor winkel (audicien) als:
- U door het slecht horen uw dagelijkse activiteiten niet meer kan doen.
- Andere tegen u zeggen dat u niet meer goed hoort.
- Bel uw huisarts als zich somber, eenzaam, onzeker of boos voelt omdat u niet meer goed hoort. Erover praten met eventueel een psycholoog kan helpen.
Voordat u belt, doorloop eerst deze vragen.
Start